12-17 april: Bezoek aan Chicago
Na een wat slapeloze nacht kwamen Elli en ik in Chicago aan. Het eerste wat we zagen, was een grote Stationshal, waar veel Amish people en ook anderen zaten te wachten.
Na een snelle WC-stop liepen we door naar Ogly-Vile CTA (Chicago Transit Agency, geloof ik). Daar kwamen de Sprinters namelijk aan. We waren redelijk verward toen we er achter kwamen, dat het station voor de sprinters eigenlijk gewoon een groot winkelcentrum in een van de glazen wolkenkrabbers was. Daarna doken we door allemaal vreemde donkere hallen, totdat we de rijdende-wagons van Metra zagen. Ronkende machines en honderden automatisch stemmen die steeds herhaalden welk platform het was. "Track 6 for Metra, Track 7 for Metra Train to..."
Het duurde ongeveer een half uurtje en toen kwamen we in Evanston aan. We liepen snel naar mijn goede vriendin Theresa, die daar nu met haar net geboren dochtertje Aurore woont en praatten daar een paar uurtjes. S'avonds zijn we toen nog wat door Evanston gelopen, hebben het giga-grote "Michigan Lake" bekeken en geproefd (zeker weten dat het zoetwater is, het was zoet) en zijn toen langs the campus van de universiteit gelopen, waar Theresa's man Michael werkt.
Daarna zijn we een typische Chicago pizza gaan eten, wat eigenlijk een soort Quiche is. Was erg lekker en in tegenstelling tot de meeste restaurants of snackbars (ja zelfs MacDonalds) was het ook niet zo duur. De enorme quiche koste alleen 25 dollar.
De volgende dag gingen Elli en ik Chicago verder verkennen. We wilden eerst met de fiets, maar merkten dat je zonder een echte creditcard die niet kon huren. Daarom gingen we met de metro. We stapten in de beruchte "red line" metro in, die ook (vooral s'nachts) door veel junkies en zwervers gebruikt wordt. De metro ging veel bovengronds, over allerlei bruggen door de stad. Het was lekker warm weer.
Op weg naar het centrum passeerden we een aantal rijkere middenstand woonwijken...
... en daarna liepen we via een prachtig park aan de kust van lake Michigan downtown binnen, waar we weer overal wolkenkrabbers zagen.
Daarna zijn we weer naar huis naar Evanston, waar we redelijk sliepen omdat we nog niet wisten dat de verwarmingen in de VS net als in Rusland werken: er is een centrale verwarming in veel huizen die bepaald wanneer de verwarming aangaat (bijvoorbeeld omdat het zogenaamd "Winter" is, ook al is het in April 20 Graden buiten op het Moment). Als dan de verwarming aangaat, dan wordt het dus warm en je kan thuis de verwarming niet omlaag draaien, de verwarming heeft gewoon geen knoppen daarvoor. Dan moet je dus een raam opendoen. Wij dachten dat het al zomer aan het worden was toen we s'nachts zwetend wakker werden :). Nadat we het raam hadden opengezet ging het gelukkig wat beter.
De volgende dag gingen we met Theresa en haar dochtertje op stap. We gingen naar het Chicago Art Institute, waar we veel Impressionisten zagen, zoals Monet. We keken echter ook naar allerlei andere kunst, zoals weer een beroemd schilderij van Hopper...
Ik vond een paar gekke beelden die ik leuk vond...
En we zagen ook een hoop idiote moderne kunst...
...en wat we vooral erg boeiend vonden: Miniaturen (dus kleine modellen van huiskamer inrichtingen uit verschillende landen en jaren in verschillende landen) door een vrouw genaamd "Narcissa Niblack Thorne", uit 1930. De miniaturen waren heel "echt", dus er zat veel onderzoek achter, wat er in de kamers van die tijd hoorde, ze werden echter wel ook geïdealiseerd:
Daarna ontmoeten we een goede vriend van Theresa: Stan. Hij kwam oorspronkelijk uit Polen maar was hier geboren en opgegroeid en sprak meer dan drie talen. De belangrijkste waren, naast natuurlijk Engels: Chinees (hij had lang in China gewoond), Spaans en Duits. We konden dus vloeiend met hem in het Duits praten, wat erg aangenaam was voor Elli, die het af en toe wat moeilijk heeft om alles te verstaan.
Stan nam ons mee en bracht ons naar China town, waar we allemaal kleine winkeltjes vol met rommeltjes bekeken, lekkere ijsjes aten naast een wensboom, slecht gespelde waarschuwingsborden en ook onze Zodiac-Dieren zagen.
We liepen ook door een prachtig park dat een zekere Ping Tom gewijd was. Iemand die veel betekent heeft voor China Town.
Stan bracht ons ook naar Pilsen. Pilsen is een stadsgedeelte dat vroeger eens door mensen uit Tsjechiën bewoond was, zoals de naam al verraad. De wijken veranderen echter nogal snel. Nu is het een latino-wijk geworden. We hebben er veel straatkunst gezien en heerlijk Mexicaans gegeten in een "echt" Mexicaans restaurant. Stan bestelde in vloeiend Spaans tacos voor ons.
S'nachts zijn we toen weer met de "red line" naar Evanston. Toen konden we wat beleven... overal junkies en dronken mensen. Naast ons zat een vrouw die "crack" (cocaine) aan het roken was, in de volgende wagon (we kregen er stress van en stapten in een andere wagon) zat een man die een hoek aan het poepen was... daarna wisselden we van metro, een vreemde verloren figuur praatte voor zich uit en zag er verschrikkelijk uit... plotseling stopte de metro omdat iemand aan de noodrem hat getrokken... we waren best bang, maar we kwamen veilig thuis aan om een uur 01:00. Toevallig was Theresa alweer wakker en gaf haar dochtertje de borst, dus konden we haar meteen over alles vertellen. We werden er weer aan herinnert, dat Chicago een zeer criminele stadt is, meet heel veel armoede. We hadden nog niets gezien, zei Theresa, in het Zuiden zou het pas echt erg zijn en stierven er wekelijks mensen. Dat laatste verbaasde me niets, want we hadden op vrijwel elk openbaar gebouw hier stickers gezien, waar opstond dat je er geen geweer mee naar binnen mag nemen. In Europa zou je daar niet voor hoeven waarschuwen, omdat je daar niet zomaar een geweer mag hebben. De VS is het enige land dat zo gestoord is, dat je geweren gewoon in winkels kan kopen.
De volgende dag gingen we samen met Theresa en haar kindje naar Linden. Het laatste metrostation op de paarse lijn. Heel wat rustiger dan Downtown Chicago en ook heel wat minder verloren figuren. "Hier wonen dus alle rijken," vertelde Theresa, "in de rijke suburbs." Zodra we het rustige metrostation verlieten zagen we een straat met villa's en daarachter... het leek wel een soort paleis, een Bahai Tempel. De Bahai is een Religie uit Iran, die daar echter verboden is door de hardcore islamisten die er regeren. Hier is een van de weinige tempels wereldwijd. Het is ook een van de weinige religieuse instanties waar je voor gratis een huwelijks ceremonie mag regelen (anders betaal je daar veel geld voor, zo Theresa). Theresa had zelfs geïnformeerd of zei hier ook had kunnen trouwen, maar blijkbaar had ze dan wel volgens de Bahai Tradities en Religie moeten trouwen, dus met bekering en alles.
Na een beetje lekkere ontspanning in de tuinen van de Bahai tempel, gingen we een Museum bezoeken dat informeerde over de Native Americans. Het was een klein museumpje. De begane grond toonde verschillende voorwerpen die verschillende stammen gebruikten. Er hingen ook bordjes die informeerden over de geschiedenis. Een belangrijk feitje: de paarden werden rond 1520 door de Spanjaarden ingevoerd. Daarvoor hadden die Indianen dus geen paarden maar deden alles te voet of met bootjes. Daarna passten ze hun leefstijl aan op een bestaan met paarden en ontstonden dus de tipi's en al die beelden die we zo goed kennen. De tweede verdieping van het museum ging over een nogal zwaar thema. Namelijk over de reservaten waar de native Indianen nu wonen. Dat zijn een soort autonome stukken land met kleine gemeenschappen van inboorlingen erop. Die reservaten hebben nation-to-nation verhouding met de rest van de VS, ze zijn dus soort van eigen staten. Dat klinkt op zich goed, maar in de praktijk is het minder. Het is namelijk zo, dat de reservaten niet over veel politie-macht beschikken, omdat het maar kleine gemeenschappen zijn. Het heeft dus als gevolg, dat er Amerikanen (de niet Indianen zeg maar) naar toe gaan en de mensen mishandelen. Vooral vrouwen. Een vrouw uit een natuur reservaat heeft een veel hogere kans verkracht te worden dan een andere Amerikaanse vrouw. Verder worden heel veel vrouwen uit de reservaten geroofd, gekidnapte... ze verdwijnen. Door dit soort verschrikkelijke toestanden en ook door veel nationaal trauma (de Indianen moesten verschrikkelijke oorlogen, bijna genociden, van de kant van de Amerikanen ervaren), wat weer tot veel huiselijk geweld onder de indianen zelf lijdt... het is een neergaande spiraal van ellende, die veel Indianen ook nog eens afhankelijk maakt van drugs.
Ik heb het museum 20dollar gegeven als donatie. Daarna zijn we weer terug naar Evanston, Theresa ging naar huis en wij reden weer even de stad in. Waar we al gauw weer met de harde realiteit van de stad geconfronteerd werden. We zagen een man midden in de stad in een bloemenperkje liggen. Ik heb ook een foto van hem gemaakt, maar nu toch besloten het niet te posten in deze blog.
We stapten uit bij het "Cultural Center". Dit was vroeger de stadsbibliotheek maar wordt nu voor gratis kunst-exhibits gebruikt. Een mooi gebouw.
Helemaal in het thema van Native American Art en culturele toe-eigening, hadden een paar kunstenaars de betekenis van oude soldaten-uniformen, wapens en drone's willen veranderen naar vredevolle objecten, zoals danskleren en schilderen, om ze daarmee cultureel aan de vrede toe te eigenen. Een mooie gedachte.
Daarna hebben we nog de nieuwe stads bibliotheek bezocht, ook een prachtig gebouw. Er hing ook een erg interessant stuk text aan de muur, dat de lezer informeerde, dat veel Amerikanen niet tevreden zijn met de politieke situation in het land (waar je alleen maar voor 2 oude mannen kiezen kan, die elkaars poltiek na elke verkiezing weer proberen ongedaan te maken). De stadsbibliotheek heet "Howard Library" naar eene zwarte Politicus Howard, die veel voor de stad betekent heeft door onder andere deze Bibliotheek (maar ook een vliegveld en een theater) te bouwen.
En dat was de laatste dag in Chicago :). De volgende dag hebben we afscheid genomen en hadden heel wat lichtere tassen omdat we alle baby-cadeautjes bij Theresa achterlaten konden. We pakten onze tassen, stapten een laatste keer in de Metra, vonden onze weg door de Stationshal met de Amish People en landen, na 3 uur vertraging in een lounge vol met gratis koffie en koekjes (we hadden een eerste klas kaartje blijkbaar met slaapplekken) veilig in ons kleine slaap hokje in de Amtrack trein "the Empire Builder".
Tags: usa, april, chicago, 12-april, 13-april, 14-april, 15-april, 16-april, 17-april
11 april: Kort bezoek aan Buffalo
Na ons bezoek aan Niagara-Falls reden we met de bus naar Buffalo.
We stapten uit bij het centrum. Het eerste wat we zagen was het stadshuis. Een oud gebouw, nog steeds majesteus, maar ook vol van vergane glorie.
We wilden eigenlijk eerst onze bagage kwijt. We hoopten dat dat in het stadhuis zou kunnen, als we aardig vroegen. We werden echter vandaar uit zeer vriendelijk doorverwezen naar een hotel genaamd "Avante." De bewaker was erg aardig en nogal groot, in alle dimensies, zeg maar. Hij vertelde ons dat hij vroeger in Heidelberg gestationeerd was geweest toen tijdens zijn militaire diensttijd.
We kwamen echter eerst bij een ander groot hotel voorbij, dat op het eerste gezicht erg duur leek en dus goed onze bagage zou kunnen bewaken. We waren op zoek naar het duurst uitziende hotel, ook omdat we die graag eventjes van binnen wilden bekijken. Toen we echter het Stadler in probeerden te komen, bleek het dicht te zijn, wat ik niet kon begrijpen... zo'n gigantisch gebouw, zo duur, hoezo is dat dicht? Toen zagen Ellis scherpe ogen, dat het Stadler eigenlijk overal dichtgetimmerde en soms ingeworpen ruiten had en zo goed als leeg stond. Weer een voorbeeld van verval in deze streek. Maar de façade had de illusie van glorie nog goed weten hoog te houden.
Daarna liepen we gewoon door naar het "Avante" hotel, waar de uiterst vriendelijke medewerkers graag onze bagage wilden opbergen en ons ook heel geïnteresseerd naar onze reis vroegen. Het soort vriendelijkheid dat je in Nederland of Duitsland niet gauw zou krijgen. Ik was weer verbaasd over de sociale mensen hier.
Nadat we de bagage kwijt waren, zijn we weer het stadhuis ingelopen en hebben de prachtige, maar vergane, architectuur bekeken. We zijn ook helemaal naar de top van het gebouw gegaan, waar een soort uitzichttoren was, om de stad van boven te bekijken.
Daarop gingen we weer naar beneden en liepen weer langs een brutalistisch gebouw zonder ramen. Open een klein informatie-bordje konden we lezen, dat het daadwerkelijk voor juridische medewerkers gemaakt was, expres zonder ramen, zodat men zich beter zou kunnen concentreren.
Daarna liepen we verder naar het stadscentrum en kwamen naast een soort monument, een moderne bibliotheek, ook een mooie redelijke oude tram tegen. O ja en een mooi oud bankgebouw en een theater.
Toen bezochten we nog een kleine boekbinderij, waar ene paar locale kunstenaars je konden leren je eigen boeken te binden. Er hingen ook een paar kunstwerken rond van een kunstenaar, die na jarenlang werk in een vis-fabriek, zichzelf als een soort stuk vis begon te zien. Uitgebuit dus.
Vervolgens bezochten we de bibliotheek, een heel erg fijne plek. Het was een mooi groot gebouw en er was net een soort boeken-marktje aan de gang, waar mensen goedkoop boeken konden kopen. We zagen ook een kunstwerk van een stier hangen. Er hing een text naast, die herinnerde aan "de droevige gebeurtenissen op 14 mei 2022. Na was onderzoek op het internet, kwamen we er achter, dat er hier een blanke nationalist 10 zwarte mensen in een supermarkt heeft neergeschoten. Het schilderij was gemaakt door schoolkinderen om hun te helpen de traumatische ervaring te kunnen verwerken.
De bibliotheek had verder een prachtige "maker-space" (dus een plek waar bezoekers dingen kunnen maken). Er waren 3D-Printers, die iedereen zomaar mocht uitproberen. Ook stonden er synthesizer rond (sommige ter waarde van rond 10000 dollar), waar ik meteen wat mee gespeeld heb.
Om een uur of 18:00 moesten we de bieb verlaten, hielpen nog een oude meneer met boeken slepen (hij had hele boekenkasten aan tweedehands boeken gekocht) naar een taxi, en daarna wachtten we bij een mooi gebouw (een kerk of zo?) op de bus. Het werd al donker.
Om een uur 23:00 kwamen we in de buurt van "Buffalo Depew" aan, vanwaar onze trein de nacht door zou reiden naar Chicago, onze volgende stop. We moesten echter nog op een andere bus wachten, het plensde buiten, we zaten in een Burgerking en bestelden frietjes en onion rings. Achter ons praatte een eenzame Frau met zichzelf, ik vroeg me af of ze onderdak zou vinden... We stapten net op de tijd de laatste bus naar Depew in, om een uur of 24:00 kwamen we daar aan en konden veilig en dood moe in onze trein stappen. De treinwagon was al stil. Er waren veel oude mannen met grote ronde hoeden, Amish people, die in een soort onverstaanbaar Nederlands-Duits Dialect met elkaar praatten. Gelukkig kwam de controleur voorbij (net als in Rusland heeft ook hier elke wagon een eigen controleur) en vroeg hun vriendelijk maar duidelijk stil zijn. De amish vrouw, ook helemaal in klederdracht, keek haar bebaarde man aan met een blik van "en terecht meneertje, had ik het niet al gezegd". Daarna werd het stil.
Tags: usa, april, buffalo, 11-april
Woensdag, 10 april: Via Buffalo naar Chicago
Ik zit op een bankje bij een totaal afgeragd bus station in Niagara Falls. Wie had ooit gedacht, dat dit plaatsje, wat ik alleen maar ken van de prachtige watervallen en allemaal (voor toeristen) gefotoshopte plaatjes, zo een armzalig lelijk oord was. Als we een beetje beter Wikipedia hadden gelezen, hadden we kunnen ontdekken, dat dit stadje tot de steden met de meeste criminaliteit in de staat New York hoort en de economie er veel slechter aan toe is als in het Canadese gedeelte van de stad. Steden die door een grens gescheiden zijn, geven altijd een goede indicatie over welk land beter voor zijn bevolking zorgt (zie bijvoorbeeld het boek "Why Nations Fails"). Maar goed, we zijn er nu en we zitten samen buiten op een bankje omdat je niet in het busstation kan zitten. Daar stinkt namelijk alles naar rook, erger als in een koffieshop. Toen we hier gisteren om een uur of 21 aankwamen, moesten we ook al lang wachten, omdat de bus te vroeg was vertrokken: voor onze neus weg en we moesten dus een uur of zo wachten op de volgende. Toen hingen hier ook al vreemde en verloren mensen rond: Een dronken vrouw was er, die met twee mensen, allebei nogal high (van de weed), aan het kletsen was. Of eerder aan het schreeuwen. Ze bleek ook bij het openbaar vervoer te werken, kon je zien aan haar "name-tag". Er kwam ook nog een klein ventje bij van een jaar of 10, die was dat blijkbaar wel gewend hier. Even later dook er een grote dikke Amerikaanse benzine-zuiger van een auto op. Er stapte iemand uit. Daarop kwam er ook nog iemand uit een verborgen hoek aanzetten, een rokende man met een kind in een kinderwagen, hij stapte in met het kind. Toen kwam onze bus, we konden niet meer verder zien wat er allemaal gebeurde, maar we waren blij dat we weg konden.
Vreemd genoeg had ik het gevoel dat die bushalten ook een plek was voor mensen om zich te ontmoeten. Dus dat die werkelijk bijna de functie van een kroeg had. Het viel me ook op, dat veel mensen hier met elkaar praten; gewoon op elkaar af lopen en dan met elkaar beginnen te babbelen. Dat is eigenlijk iets moois en iets waar ik en Elli nog aan moeten wennen: mensen komen gewoon zo maar op je af, vragen je waar je vandaan komt. Ze vragen je ook heel vaak naar je voornaam, wat bij ons in Europa vaak nogal iets persoonlijks is, waar je niet snel om vraagt. Ze vragen hier snel naar je naam en zeggen iets als "Rafael, it was very nice to meet you." Ook een verloren mens, een soort semi-zwerver van dat bushokje, kwam naar ons toe voor zo'n babbeltje. Eigenlijk heel vriendelijk. Toch ben ik elke weer wantrouwig en duurt het even voordat ik snap, dat de persoon die op me af stapt gewoon wil praten en sociaal wil zijn. Misschien doen ze dat ook, omdat ze daarmee een soort veiligheid scheppen: je hebt als het ware al een paar woorden gewisseld, weet al wat meer van elkaar, en dan is de atmosfeer wat rustiger. Ik weet het niet, ik stel gewoon maar een paar theorieën op hier.
Maar goed, verder met het verhaal. We wachtten dus alweer, voor de tweede keer om precies te zijn, bij het afgeragde busstation van Niagara Falls, dit keer om naar Buffalo te vertrekken. Nu waren we wel iets beter voorbereid. We hadden al geleerd, dat je beter buskaartjes met een app koopt, want bij de automaten heb je vaak niet alle voordelige kaartjes staan (zoals het dag-ticket, dat mist vaak, maar bestaat wel in de app) en bij de buschauffeur kun bijna nooit een kaartje kopen. We hadden trouwens ook gewoon zonder kaartje kunnen reizen: we hebben vaak gezien, hoe een arme vrouw of man instapt met een ongeldig kaartje, het op de scanner legt, er "biiiipt" een luid error geluid, de chauffeur en de klant kijken elkaar aan, de klant loopt gewoon de bus in. Kan dus eigenlijk prima zonder kaartje. Maar Elli en ik betalen wel gewoon, waarschijnlijk omdat we niet anders kunnen (sociaal-psychologisch gezien: dus dat zijn we gewend, vinden dat het hoort, zoiets) maar ook omdat we het openbare vervoer hier willen steunen: die krijgen toch al veel te weinig geld, wat zichtbaar is aan alle verouderde bussen en kaartjesautomaten.
We gingen dus weer weg uit Niagara Falls! Maar ja, ik wil eigenlijk nog veel meer vertellen over Niagara Falls. Dus, excuses, we spoelen even terug naar onze aankomst op 9 April: Op 9 April zaten we in een Amtrak-trein, 3. Klass, dus alleen met een stoel om in te slapen... en we reden door eindeloze prairie... bezochten kort het dorpje Amsterdam.... reden door Rochester... en bereikten uiteindelijk het kleine stationnetje van Niagara Falls:
Vanaf daar liepen we een kleine 20min naar het in het begin vermelde duistere busstation. Onderweg kwamen we een paar lege gebouwen, wat al een indicatie gaf over de economische situatie hier, maar ze waren mooi versiert:
Bij het gedoemde busstation namen we de bus naar ons Motel, genaamd "Icono Lodge".
De Motels zijn net iets goedkoper dan de hotelletjes of bed and breakfasts in Europa. Verder liggen ze (zoals eigenlijk alles) aan een grote weg. Het verschil met een normaal hotel is eigenlijk voornamelijk dat alles om de parkeerplaats heen gebouwd is. De parkeerplaats met de autos is het epicentrum van een motel en de rest gebeurd er als het ware omheen. Als een soort Duitse 2-Seiten-Hof gaat het gebouw om de parkeerplaats heen. Allemaal kleine Slaapkamertjes met kleine WC-tjes. In het midden van de parkeerplaats bevindt zich trouwens vaak ook een soort klein zwembadje. Dan kun je dus ook lekker naast geparkeerde autos badderen of zo (yeah!).
Verder is het dus vrijwel hetzelfde als een goedkoop hotel, je slaapt er en je hebt er een soort ontbijt.... ah, hier is nog een verschil. In een hotel in Duitsland of Nederland heb je in een hotel vaak een soort lopend buffetje. Vaak met fruitjes en yoghurtjes en broodjes. Je kan een theetje krijgen, lekkere koffie, chocomel... allemaal jammetjes en dan van die borden met kaasjes en vleesjes die je dan met zo'n lange vork van die bordjes af moet prikken terwijl er achter je allemaal hongerige mensen staan de drammen. Dat is niet hoe het in een motel gaat. In een motel heb je een soort koffie-automaat die waterige koffie produceert, op wens ook waterige chocomel of heet water (voor thee), en dan heb je allemaal van die plastic boter-, jam- en pindakaas-bakjes. Verder heb je bagels (!) en toost-brood. Dan is er nog een wafel-machine: een vreemd apparaat waar je deeg in moet gieten. Dat deeg haal je uit een grote plastic-container waar je een plastic bekertje onder houdt, dan duw je op zo'n kraantje, net als bij een biervat maar dan natuurlijk uit plastic, en wacht je tot je plastic bekkertje vol zit met deeg-smurrie. Dat giet je dan over het wavelijzer (ijzer, niet plastic). Dan wacht je tot er een soort automatische wekker af gaat en haal je het ding (wafel) eruit. Dan maak je drie plsatic bakjes jam open en leegt die over wafel. Dat doe je natuurlijk allemaal op je papieren wegwerp-bordje. Je smikkelt dan alles op met je plastic mesje en vorkje. Er zijn vaak niet zo veel mensen bij dit motel-ontbijt, volgens mij vindt niet iedereen het zo lekker namelijk. Enfin, na een koolhydraat-rijk ontbijt ga je dan met je dikke auto ergens heen rijden om nog meer te eten of om eventjes de Niagara Falls, dus die gigantische Watervallen, te bekijken, en dan ga je daarna weer verder naar het volgende motelletje of zo. Denk ik. Wij hadden alleen geen auto. Dus zijn we te voet gegaan. Ook omdat we wat meer van de stad wilden zien. We liepen dus uit ons motel een lelijke grote weg langs, kwamen allemaal lelijke industrie tegen ....
en eindigden uiteindelijk bij een soort bewoonbaar gebied. Daar zagen de huizen er wel mooi uit, af en toe, maar leek het leven toch wel behoorlijk armzalig...
De mensen waren wederom heel sociaal en wilden met ons praten, zodra ze ons zagen. Er waren echter nicht veel mensen op straat. We kwamen alleen een paar autos tegen, erg veel eekhoorns, een paar prachtige vogels, zoals de blue-jay waar we helaas net geen foto van konden maken en ook een paar behoorlijk grote waakhonden. Een vrouwtje, die net met haar buurvrouw aan het kletsen was, schreeuwde ons een vraag toe over straat. Of we haar kat gezien hadden. Hadden we helaas niet, dus gingen we weer verder.
Uiteindelijk konden we het centrum van de stad Niagara Falls voor ons zien opdoemen: Een gigantische casino genaamd "Seneca" (hoe ironisch, heeft niets met stoïcijnse filosofie te maken hoor) met allemaal gesloten toeristen-winkeltjes eromheen. Misschien zullen die opbloeien als het weer zomer is en het seizoen weer is aangebroken.
Wat ons ook opviel, waren een aantal gebouwen met een zogenaamde "buratlistische" bouwstijl. Deze hadden vaak helemaal geen ramen! Later in Buffalo kwamen we er achter, dat die zo gebouwd waren in de hoop dat "mensen zich dan beter kunnen concentreren", dus minder afgeleid raken.
Na wat ronddwalen vonden we toen de weg naar de rivier de "Niagara". Toen kregen we heel veel mooie natuur te zien. Het eerst wat we zagen was een prachtige vogel, een Epaulletspreeuw:
Elli was nogal aangegrepen door de bals van het vogeltje en haalde toen plotseling een zieke camera-lens tevoorschijn waarvan ik niet eens wist dat we die bij ons hadden. Vandaar die scherpe Vogelfotos plotseling.
We liepen een stukje verder, kwamen een paar Canadese ganzen tegen en iets wat leek op een soort Nutria. Ook zagen we de steeds sterke wordende stroming van de rivier en voor ons hing een witte mist, de stoom die rivier maakte bij de waterval.
We liepen eerst de "riverway" langs, toen gingen we de voetgangers brug naar "Goat Island" over en terwijl we naar "Luna Island" liepen zagen we de gigantische Waterfall voor ons al opdoemen. Het was een vreemde gedachte, zo veel water te zien stromen... en de diepte in te zien donderen. 3.160 Ton aan Water per seconde.
Het weer was prachtig.
We hebben daarna nog de "Cave of the Winds" bezocht, in de hoop, dat we dan achter de Waterval, in een soort grot erachter, konden staan. We kwamen er achter dat dat helaas alleen in de zomer kan. Wel was er een grappig museumpje over hoe Nikola Tesla hier als eerste de kracht van de rivier heeft weten te ontgingen doordat hij wisselspanning heeft kunnen opvangen met zijn generatoren. Dat was ergens in het midden van de 19de eeuw. Daarop ontsproten er overal gekke elektriciteitsfabriekjes rondom de Niagara Falls, die allemaal het potentieel van de waterval wilden uitbuiten.
Het werd zo lelijk overal, dat er een beweging ontstond genaamd "Free Niagara" in de eerste jaren van 1880. Rond 1883 kreeg de beweging gehoor en werd Niagara Fall het eerste "National Park" (State Park). Dat betekende trouwens niet dat de elektriciteitswinning stopte: de waterval produceert nog steeds +4 miljoen kilowatt, die gedeeld word tussen de VS en canada. Verder informeerde het museumpje ons ook over het aantal waaghalzen, dat het geprobeerd heeft in tonnetjes de waterfall af te varen en af te vallen: de sterfteratio schijnt daarbij nogal hoog te zijn, meer dan de helft geloof ik. De eerste mens die het gedaan en overleeft heeft, was een vrouw in 1901. Ze heette "Annie Edson Taylor".
Ook zijn de rotsen van de Niagara Falls druk bezocht door vogels voor broedplaatsen. Helaas zagen wij alleen maar meeuwen en her en der een aalscholver. Wel opvallend waren de hoeveelheden aan slangen op de rotsen, het krioelde er van. Ik heb een van de medewerkers gevraagd, die zei het waren "Garter Snakes", niets speciaals dus. De Wikipedia-pagina over deze dieren is echter behoorlijk interessant.
We hadden dus een mooie tijd aan de Niagara Falls, bij de watervallen dus, maar vonden het stadje nogal droevig. En nu zijn we dus op weg naar Buffalo. Vandaaruit reizen we dan de hele nacht met de Amtrak naar Chicago.
Tags: usa, april, niagara-falls, 10-april
Dinsdag 9 April: Op weg naar Niagara Falls
We zijn onderweg!
We zijn nu in Rochester, hier:
Tags: usa, april, niagara-falls
Alles ingepakt!
Vandaag begint de reis. Hopelijk werken de treinen. Eers bezoeken we Rieke en Basti in Frankfurt, waar we ook overnachten, en de volgende dag gaan we dan naar het vliegveld!