EN NL DE

Reis naar de VS

Een blog over een reis naar de VS

Woensdag, 10 april: Via Buffalo naar Chicago

April 11, 2024 — R.A. te Boekhorsta

Ik zit op een bankje bij een totaal afgeragd bus station in Niagara Falls. Wie had ooit gedacht, dat dit plaatsje, wat ik alleen maar ken van de prachtige watervallen en allemaal (voor toeristen) gefotoshopte plaatjes, zo een armzalig lelijk oord was. Als we een beetje beter Wikipedia hadden gelezen, hadden we kunnen ontdekken, dat dit stadje tot de steden met de meeste criminaliteit in de staat New York hoort en de economie er veel slechter aan toe is als in het Canadese gedeelte van de stad. Steden die door een grens gescheiden zijn, geven altijd een goede indicatie over welk land beter voor zijn bevolking zorgt (zie bijvoorbeeld het boek "Why Nations Fails"). Maar goed, we zijn er nu en we zitten samen buiten op een bankje omdat je niet in het busstation kan zitten. Daar stinkt namelijk alles naar rook, erger als in een koffieshop. Toen we hier gisteren om een uur of 21 aankwamen, moesten we ook al lang wachten, omdat de bus te vroeg was vertrokken: voor onze neus weg en we moesten dus een uur of zo wachten op de volgende. Toen hingen hier ook al vreemde en verloren mensen rond: Een dronken vrouw was er, die met twee mensen, allebei nogal high (van de weed), aan het kletsen was. Of eerder aan het schreeuwen. Ze bleek ook bij het openbaar vervoer te werken, kon je zien aan haar "name-tag". Er kwam ook nog een klein ventje bij van een jaar of 10, die was dat blijkbaar wel gewend hier. Even later dook er een grote dikke Amerikaanse benzine-zuiger van een auto op. Er stapte iemand uit. Daarop kwam er ook nog iemand uit een verborgen hoek aanzetten, een rokende man met een kind in een kinderwagen, hij stapte in met het kind. Toen kwam onze bus, we konden niet meer verder zien wat er allemaal gebeurde, maar we waren blij dat we weg konden.

Vreemd genoeg had ik het gevoel dat die bushalten ook een plek was voor mensen om zich te ontmoeten. Dus dat die werkelijk bijna de functie van een kroeg had. Het viel me ook op, dat veel mensen hier met elkaar praten; gewoon op elkaar af lopen en dan met elkaar beginnen te babbelen. Dat is eigenlijk iets moois en iets waar ik en Elli nog aan moeten wennen: mensen komen gewoon zo maar op je af, vragen je waar je vandaan komt. Ze vragen je ook heel vaak naar je voornaam, wat bij ons in Europa vaak nogal iets persoonlijks is, waar je niet snel om vraagt. Ze vragen hier snel naar je naam en zeggen iets als "Rafael, it was very nice to meet you." Ook een verloren mens, een soort semi-zwerver van dat bushokje, kwam naar ons toe voor zo'n babbeltje. Eigenlijk heel vriendelijk. Toch ben ik elke weer wantrouwig en duurt het even voordat ik snap, dat de persoon die op me af stapt gewoon wil praten en sociaal wil zijn. Misschien doen ze dat ook, omdat ze daarmee een soort veiligheid scheppen: je hebt als het ware al een paar woorden gewisseld, weet al wat meer van elkaar, en dan is de atmosfeer wat rustiger. Ik weet het niet, ik stel gewoon maar een paar theorieën op hier.

Maar goed, verder met het verhaal. We wachtten dus alweer, voor de tweede keer om precies te zijn, bij het afgeragde busstation van Niagara Falls, dit keer om naar Buffalo te vertrekken. Nu waren we wel iets beter voorbereid. We hadden al geleerd, dat je beter buskaartjes met een app koopt, want bij de automaten heb je vaak niet alle voordelige kaartjes staan (zoals het dag-ticket, dat mist vaak, maar bestaat wel in de app) en bij de buschauffeur kun bijna nooit een kaartje kopen. We hadden trouwens ook gewoon zonder kaartje kunnen reizen: we hebben vaak gezien, hoe een arme vrouw of man instapt met een ongeldig kaartje, het op de scanner legt, er "biiiipt" een luid error geluid, de chauffeur en de klant kijken elkaar aan, de klant loopt gewoon de bus in. Kan dus eigenlijk prima zonder kaartje. Maar Elli en ik betalen wel gewoon, waarschijnlijk omdat we niet anders kunnen (sociaal-psychologisch gezien: dus dat zijn we gewend, vinden dat het hoort, zoiets) maar ook omdat we het openbare vervoer hier willen steunen: die krijgen toch al veel te weinig geld, wat zichtbaar is aan alle verouderde bussen en kaartjesautomaten.

We gingen dus weer weg uit Niagara Falls! Maar ja, ik wil eigenlijk nog veel meer vertellen over Niagara Falls. Dus, excuses, we spoelen even terug naar onze aankomst op 9 April: Op 9 April zaten we in een Amtrak-trein, 3. Klass, dus alleen met een stoel om in te slapen... en we reden door eindeloze prairie... bezochten kort het dorpje Amsterdam.... reden door Rochester... en bereikten uiteindelijk het kleine stationnetje van Niagara Falls:

amtrack-niagarafalls-station

Vanaf daar liepen we een kleine 20min naar het in het begin vermelde duistere busstation. Onderweg kwamen we een paar lege gebouwen, wat al een indicatie gaf over de economische situatie hier, maar ze waren mooi versiert:

niagara-falls-ruins-with-paintings

Bij het gedoemde busstation namen we de bus naar ons Motel, genaamd "Icono Lodge".

De Motels zijn net iets goedkoper dan de hotelletjes of bed and breakfasts in Europa. Verder liggen ze (zoals eigenlijk alles) aan een grote weg. Het verschil met een normaal hotel is eigenlijk voornamelijk dat alles om de parkeerplaats heen gebouwd is. De parkeerplaats met de autos is het epicentrum van een motel en de rest gebeurd er als het ware omheen. Als een soort Duitse 2-Seiten-Hof gaat het gebouw om de parkeerplaats heen. Allemaal kleine Slaapkamertjes met kleine WC-tjes. In het midden van de parkeerplaats bevindt zich trouwens vaak ook een soort klein zwembadje. Dan kun je dus ook lekker naast geparkeerde autos badderen of zo (yeah!).

Verder is het dus vrijwel hetzelfde als een goedkoop hotel, je slaapt er en je hebt er een soort ontbijt.... ah, hier is nog een verschil. In een hotel in Duitsland of Nederland heb je in een hotel vaak een soort lopend buffetje. Vaak met fruitjes en yoghurtjes en broodjes. Je kan een theetje krijgen, lekkere koffie, chocomel... allemaal jammetjes en dan van die borden met kaasjes en vleesjes die je dan met zo'n lange vork van die bordjes af moet prikken terwijl er achter je allemaal hongerige mensen staan de drammen. Dat is niet hoe het in een motel gaat. In een motel heb je een soort koffie-automaat die waterige koffie produceert, op wens ook waterige chocomel of heet water (voor thee), en dan heb je allemaal van die plastic boter-, jam- en pindakaas-bakjes. Verder heb je bagels (!) en toost-brood. Dan is er nog een wafel-machine: een vreemd apparaat waar je deeg in moet gieten. Dat deeg haal je uit een grote plastic-container waar je een plastic bekertje onder houdt, dan duw je op zo'n kraantje, net als bij een biervat maar dan natuurlijk uit plastic, en wacht je tot je plastic bekkertje vol zit met deeg-smurrie. Dat giet je dan over het wavelijzer (ijzer, niet plastic). Dan wacht je tot er een soort automatische wekker af gaat en haal je het ding (wafel) eruit. Dan maak je drie plsatic bakjes jam open en leegt die over wafel. Dat doe je natuurlijk allemaal op je papieren wegwerp-bordje. Je smikkelt dan alles op met je plastic mesje en vorkje. Er zijn vaak niet zo veel mensen bij dit motel-ontbijt, volgens mij vindt niet iedereen het zo lekker namelijk. Enfin, na een koolhydraat-rijk ontbijt ga je dan met je dikke auto ergens heen rijden om nog meer te eten of om eventjes de Niagara Falls, dus die gigantische Watervallen, te bekijken, en dan ga je daarna weer verder naar het volgende motelletje of zo. Denk ik. Wij hadden alleen geen auto. Dus zijn we te voet gegaan. Ook omdat we wat meer van de stad wilden zien. We liepen dus uit ons motel een lelijke grote weg langs, kwamen allemaal lelijke industrie tegen ....

en eindigden uiteindelijk bij een soort bewoonbaar gebied. Daar zagen de huizen er wel mooi uit, af en toe, maar leek het leven toch wel behoorlijk armzalig...

De mensen waren wederom heel sociaal en wilden met ons praten, zodra ze ons zagen. Er waren echter nicht veel mensen op straat. We kwamen alleen een paar autos tegen, erg veel eekhoorns, een paar prachtige vogels, zoals de blue-jay waar we helaas net geen foto van konden maken en ook een paar behoorlijk grote waakhonden. Een vrouwtje, die net met haar buurvrouw aan het kletsen was, schreeuwde ons een vraag toe over straat. Of we haar kat gezien hadden. Hadden we helaas niet, dus gingen we weer verder.

Uiteindelijk konden we het centrum van de stad Niagara Falls voor ons zien opdoemen: Een gigantische casino genaamd "Seneca" (hoe ironisch, heeft niets met stoïcijnse filosofie te maken hoor) met allemaal gesloten toeristen-winkeltjes eromheen. Misschien zullen die opbloeien als het weer zomer is en het seizoen weer is aangebroken.

Wat ons ook opviel, waren een aantal gebouwen met een zogenaamde "buratlistische" bouwstijl. Deze hadden vaak helemaal geen ramen! Later in Buffalo kwamen we er achter, dat die zo gebouwd waren in de hoop dat "mensen zich dan beter kunnen concentreren", dus minder afgeleid raken.

Na wat ronddwalen vonden we toen de weg naar de rivier de "Niagara". Toen kregen we heel veel mooie natuur te zien. Het eerst wat we zagen was een prachtige vogel, een Epaulletspreeuw:

redwingblackbird

Elli was nogal aangegrepen door de bals van het vogeltje en haalde toen plotseling een zieke camera-lens tevoorschijn waarvan ik niet eens wist dat we die bij ons hadden. Vandaar die scherpe Vogelfotos plotseling.

ellimitcamera

We liepen een stukje verder, kwamen een paar Canadese ganzen tegen en iets wat leek op een soort Nutria. Ook zagen we de steeds sterke wordende stroming van de rivier en voor ons hing een witte mist, de stoom die rivier maakte bij de waterval.

We liepen eerst de "riverway" langs, toen gingen we de voetgangers brug naar "Goat Island" over en terwijl we naar "Luna Island" liepen zagen we de gigantische Waterfall voor ons al opdoemen. Het was een vreemde gedachte, zo veel water te zien stromen... en de diepte in te zien donderen. 3.160 Ton aan Water per seconde.

Het weer was prachtig.

We hebben daarna nog de "Cave of the Winds" bezocht, in de hoop, dat we dan achter de Waterval, in een soort grot erachter, konden staan. We kwamen er achter dat dat helaas alleen in de zomer kan. Wel was er een grappig museumpje over hoe Nikola Tesla hier als eerste de kracht van de rivier heeft weten te ontgingen doordat hij wisselspanning heeft kunnen opvangen met zijn generatoren. Dat was ergens in het midden van de 19de eeuw. Daarop ontsproten er overal gekke elektriciteitsfabriekjes rondom de Niagara Falls, die allemaal het potentieel van de waterval wilden uitbuiten.

wikipediaNiagaraFallsMills

Het werd zo lelijk overal, dat er een beweging ontstond genaamd "Free Niagara" in de eerste jaren van 1880. Rond 1883 kreeg de beweging gehoor en werd Niagara Fall het eerste "National Park" (State Park). Dat betekende trouwens niet dat de elektriciteitswinning stopte: de waterval produceert nog steeds +4 miljoen kilowatt, die gedeeld word tussen de VS en canada. Verder informeerde het museumpje ons ook over het aantal waaghalzen, dat het geprobeerd heeft in tonnetjes de waterfall af te varen en af te vallen: de sterfteratio schijnt daarbij nogal hoog te zijn, meer dan de helft geloof ik. De eerste mens die het gedaan en overleeft heeft, was een vrouw in 1901. Ze heette "Annie Edson Taylor".

Ook zijn de rotsen van de Niagara Falls druk bezocht door vogels voor broedplaatsen. Helaas zagen wij alleen maar meeuwen en her en der een aalscholver. Wel opvallend waren de hoeveelheden aan slangen op de rotsen, het krioelde er van. Ik heb een van de medewerkers gevraagd, die zei het waren "Garter Snakes", niets speciaals dus. De Wikipedia-pagina over deze dieren is echter behoorlijk interessant.

We hadden dus een mooie tijd aan de Niagara Falls, bij de watervallen dus, maar vonden het stadje nogal droevig. En nu zijn we dus op weg naar Buffalo. Vandaaruit reizen we dan de hele nacht met de Amtrak naar Chicago.

Tags: usa, april, niagara-falls, 10-april