11 april: Kort bezoek aan Buffalo
Na ons bezoek aan Niagara-Falls reden we met de bus naar Buffalo.
We stapten uit bij het centrum. Het eerste wat we zagen was het stadshuis. Een oud gebouw, nog steeds majesteus, maar ook vol van vergane glorie.
We wilden eigenlijk eerst onze bagage kwijt. We hoopten dat dat in het stadhuis zou kunnen, als we aardig vroegen. We werden echter vandaar uit zeer vriendelijk doorverwezen naar een hotel genaamd "Avante." De bewaker was erg aardig en nogal groot, in alle dimensies, zeg maar. Hij vertelde ons dat hij vroeger in Heidelberg gestationeerd was geweest toen tijdens zijn militaire diensttijd.
We kwamen echter eerst bij een ander groot hotel voorbij, dat op het eerste gezicht erg duur leek en dus goed onze bagage zou kunnen bewaken. We waren op zoek naar het duurst uitziende hotel, ook omdat we die graag eventjes van binnen wilden bekijken. Toen we echter het Stadler in probeerden te komen, bleek het dicht te zijn, wat ik niet kon begrijpen... zo'n gigantisch gebouw, zo duur, hoezo is dat dicht? Toen zagen Ellis scherpe ogen, dat het Stadler eigenlijk overal dichtgetimmerde en soms ingeworpen ruiten had en zo goed als leeg stond. Weer een voorbeeld van verval in deze streek. Maar de façade had de illusie van glorie nog goed weten hoog te houden.
Daarna liepen we gewoon door naar het "Avante" hotel, waar de uiterst vriendelijke medewerkers graag onze bagage wilden opbergen en ons ook heel geïnteresseerd naar onze reis vroegen. Het soort vriendelijkheid dat je in Nederland of Duitsland niet gauw zou krijgen. Ik was weer verbaasd over de sociale mensen hier.
Nadat we de bagage kwijt waren, zijn we weer het stadhuis ingelopen en hebben de prachtige, maar vergane, architectuur bekeken. We zijn ook helemaal naar de top van het gebouw gegaan, waar een soort uitzichttoren was, om de stad van boven te bekijken.
Daarop gingen we weer naar beneden en liepen weer langs een brutalistisch gebouw zonder ramen. Open een klein informatie-bordje konden we lezen, dat het daadwerkelijk voor juridische medewerkers gemaakt was, expres zonder ramen, zodat men zich beter zou kunnen concentreren.
Daarna liepen we verder naar het stadscentrum en kwamen naast een soort monument, een moderne bibliotheek, ook een mooie redelijke oude tram tegen. O ja en een mooi oud bankgebouw en een theater.
Toen bezochten we nog een kleine boekbinderij, waar ene paar locale kunstenaars je konden leren je eigen boeken te binden. Er hingen ook een paar kunstwerken rond van een kunstenaar, die na jarenlang werk in een vis-fabriek, zichzelf als een soort stuk vis begon te zien. Uitgebuit dus.
Vervolgens bezochten we de bibliotheek, een heel erg fijne plek. Het was een mooi groot gebouw en er was net een soort boeken-marktje aan de gang, waar mensen goedkoop boeken konden kopen. We zagen ook een kunstwerk van een stier hangen. Er hing een text naast, die herinnerde aan "de droevige gebeurtenissen op 14 mei 2022. Na was onderzoek op het internet, kwamen we er achter, dat er hier een blanke nationalist 10 zwarte mensen in een supermarkt heeft neergeschoten. Het schilderij was gemaakt door schoolkinderen om hun te helpen de traumatische ervaring te kunnen verwerken.
De bibliotheek had verder een prachtige "maker-space" (dus een plek waar bezoekers dingen kunnen maken). Er waren 3D-Printers, die iedereen zomaar mocht uitproberen. Ook stonden er synthesizer rond (sommige ter waarde van rond 10000 dollar), waar ik meteen wat mee gespeeld heb.
Om een uur of 18:00 moesten we de bieb verlaten, hielpen nog een oude meneer met boeken slepen (hij had hele boekenkasten aan tweedehands boeken gekocht) naar een taxi, en daarna wachtten we bij een mooi gebouw (een kerk of zo?) op de bus. Het werd al donker.
Om een uur 23:00 kwamen we in de buurt van "Buffalo Depew" aan, vanwaar onze trein de nacht door zou reiden naar Chicago, onze volgende stop. We moesten echter nog op een andere bus wachten, het plensde buiten, we zaten in een Burgerking en bestelden frietjes en onion rings. Achter ons praatte een eenzame Frau met zichzelf, ik vroeg me af of ze onderdak zou vinden... We stapten net op de tijd de laatste bus naar Depew in, om een uur of 24:00 kwamen we daar aan en konden veilig en dood moe in onze trein stappen. De treinwagon was al stil. Er waren veel oude mannen met grote ronde hoeden, Amish people, die in een soort onverstaanbaar Nederlands-Duits Dialect met elkaar praatten. Gelukkig kwam de controleur voorbij (net als in Rusland heeft ook hier elke wagon een eigen controleur) en vroeg hun vriendelijk maar duidelijk stil zijn. De amish vrouw, ook helemaal in klederdracht, keek haar bebaarde man aan met een blik van "en terecht meneertje, had ik het niet al gezegd". Daarna werd het stil.